Op tafel ligt een beduimeld kasboek, met zo’n prachtige linnen rug en een rood-gemarmerd kaft, met door het gebruik afgeronde hoekpunten. De oude man kijkt ernaar en ziet nog de vaste en energieke handen van de aanstaande vader, het zojuist aangeschafte cahier opengeslagen op de geknoeste keukentafel. De verantwoordelijkheid van het huwelijk drukte zwaar op zijn schouders, tenger door de vele te jonge jaren internering onder het Japanse regime.
Nu was er een kind op komst, een zoon.. ja dat moest liefst een zoon worden! Een gelukkig gezin, een stralende vrouw, salaris, kinderen… Het zou niet gemakkelijk worden! Ook toen wilde hij alles in het werk stellen om te overwinnen, te overleven….
De man zucht, moeizaam en opent het boek. Een vaste hand noteerde met trotse sierlijke schreven: Huishuur mei negentienhonderdzesenvijftig: zeuvenenzestig gulden komma streep. Voor het Staatsbedrijf der PTT de lokale gesprekken: vijf gulden achtentachtig. Het gaat over de Koninklijke Staatsmijnen, maar ook over lesgeld voor de Technische School, de kolen en nieuwe sokken.
Elke maand een bladzijde, de notaatjes op de bladspiegel ordelijk gekleefd met een lijmsoort die nu na bijna zestig jaar kruimelig en geel-bruin aanvoelt.
Vermoeid bladert hij verder, trots op de volharding waarmee elke maand weer kloppend werd. Geen doorhaling te zien, zelfs de bescheiden bedragen van de buurtjes en de aflossingen ….. rimpelloos.
Pas na drie jaar een betaald advies over een koelkast, en een gasfornuis werd aangeschaft. En na vijf jaar de eerste spaarrekening, of was het niet pas na tien jaar ? Nee…. al na twee jaar!
Het boek eindigt in een december. Zeer zeker gaat het ergens verder. Met dichtgeknepen ogen tracht hij zich voor de geest te halen hóe het dan verder ging….
Vele jaren zijn voorbijgegaan, nog vele, vele kasboeken, administraties, rekeningen. Haast teveel om nog uit wijs te worden. In zijn hoofd is het overzicht klaar en helder.
Hij laat daarover geen moment twijfel merken.
Een zoon, ja daar is natuurlijk ook goed voor gezorgd, dat hadden ze kennelijk nog samen over gesproken. Maar het is ingewikkeld, niet zo eenvoudig.
Gelukkig is het nu allemaal opgelost, met die aardige notaris.
Geen zorgen meer daarover.
Het ademen gaat al zo moeizaam, en spreken al helemaal, de ziekte maakt dat vrijwel onmogelijk.
Hij richt zijn met tranen gevulde ogen op het kruisbeeld aan de muur.
Lag die niet op mam’s kist bij haar laatste gang?
Vanavond werden er vier kaarsen aangestoken:
eentje is die van de Waakzaamheid,
de tweede gaat over het Inzicht,
de derde is die van Vergeving
en de vierde is een visioen:
over een nieuwe tijd
Categorieën:korte verhalen
Peter, je hebt gelukkig ook wel je gevoelige momentjes om te delen.
Mooi en bijzonder… Het nieuwe leven is je van harte gegunt
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je voor je fijne reactie, Loes !
En ik voel me nu al de grootste bofkont van het noordelijk halfrond, hoor..
(aan deze kant van de straat)
LikeLike
Doordat de reactie van Anneloes ook in mijn postvak binnenkwam, zag ik deze blog pas. Oh Peter, wat ontroerend mooi, ik ben er even heel stil van. Zeker de kaars van vergeving vind ik groots en prachtig, en natuurlijk die van het visioen. Inderdaad, het is je zo ongelooflijk gegund…
LikeGeliked door 1 persoon
O Noortje, wat een lieve reactie!
Jij kent me als geen ander om te weten hoe belangrijk een visioen kan zijn om vooruit te kunnen blikken, niet (steeds) terug…
LikeLike
Mooi… (Stil…)
LikeLike